Amsterdam DNA: exposeren in de 21ste eeuw
Afgelopen zondag bezocht ik het Amsterdam Museum. Het museum, dat om verschillende redenen heeft besloten niet dicht te gaan (gelukkig maar!), is bezig met een verbouwing en een vernieuwing van de vaste opstelling. Ik was vooral benieuwd naar ‘Amsterdam DNA’, de interactieve tentoonstelling die je in ongeveer 45 minuten langs 1000 jaar Amsterdamse geschiedenis moet leiden. Ik werd niet teleurgesteld…
Iets meer dan anderhalf jaar geleden boog ik me, als toenmalige student erfgoedstudies, samen met twee medestudenten over het Amsterdams Historisch Museum. Wat viel ons op in het museum? Welk verhaal werd er verteld? En hoe werd het verteld? Onze conclusies in een notendop: veel tekst, weinig interactie tussen object en bezoeker, rijke collectie, weinig aandacht voor ‘taboe’s’ (rol Amsterdam en Nederland in slavernij en WOII) en een routing die je zó 3 uur bezig kon houden. We presenteerden onze bevindingen tegenover Amsterdam Museum directeur Paul Spies en andere museumdirecteuren in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Meer dan een jaar later presenteerde het museum haar nieuwe naam – Amsterdam Museum – en opende zij de nieuwe tentoonstelling ‘Amsterdam DNA’ (trailer). En zonder ook maar enigszins te pretenderen dat er naar ons is geluisterd: wat een verademing!
Het museum heeft ervoor gekozen de geschiedenis van Amsterdam op te hangen aan 4 kernwaarden en 7 periodes. Aan de hand van terugkerende thema’s als ‘ondernemerschap’ en ‘creativiteit’ en ingedeeld in periodes als ‘1000-1500: stad op palen’ en ‘1795-1815: vrijheid, gelijkheid, broederschap’ wordt de bezoeker langs ruim 10 eeuwen Amsterdamse geschiedenis geleid, en heeft deze na een uur (45 minuten is wat kort) écht een goed beeld van die geschiedenis. Ook met veel kennis over de historie van de stad is een bezoek aan ‘Amsterdam DNA’ zeer de moeite waard.
Maar de voornaamste reden dat ik het gevoel had daadwerkelijk iets te hebben opgestoken lag niet in de thematisering of periodering, maar in de prachtige vormgeving en de mogelijkheden tot interactie. Met een bij de ingang gratis mee te nemen boekje was het op verschillende plaatsen mogelijk een animatie te starten. Deze mooi vormgegeven en zeer informatieve filmpjes van ongeveer een minuut waren een prettige afwisseling met de schilderijen, tekstbordjes, grafieken en maquettes. Naast de animaties waren er nog talloze andere mogelijkheden, voor jong en oud, om iets op te steken door iets te doen. ‘Gok’ hoe lang een meter is door je hand in een gleuf te steken, bekijk waar Nederland haar kruiden en specerijen vandaan haalde in de Gouden Eeuw of fiets op een Amsterdamse herenfiets en Google Streetview door de Amsterdamse straten. Ook de slimme doorkijkjes naar de nieuw ingedeelde Schuttersgallerij waren bijzonder.
Is het dan alles goud wat er blinkt? Bijna. Door het (overigens zeer duidelijke en soepele) gebruik van QR-codes op de boekjes wordt de link naar de Museum App, die de mogelijkheid biedt routes te volgen in de stad, lastiger. Hiervoor was het beter geweest bezoeker de optie te geven hun smartphone te gebruiken in de tentoonstelling, waarna de link met de app beter te maken zou zijn geweest. Voordeel van de boekjes was het feit dat ik ook echt iets mee naar huis te nemen had, waar ik later nog even in kan kijken. Daarnaast was het ‘delen’ van het boekje – iets wat je minder met je telefoon doet – met twee oudere dames (die hierna steeds met mij mee bleven lopen) een leuke manier van interactie met andere museumbezoekers.
Conclusie: het Amsterdam Museum snapt het. Zij begrijpt dat veel bezoekers (binnenlands of buitenlands, jong of oud) op zoek zijn naar overzicht, interactie en een museum die voor hen de keuzes maakt. Zij snapt dat een tentoonstelling als deze naar meer smaakt en geeft ruimte tot verdieping in de rest van het museum. En net als het nieuwe Scheepvaartmuseum heeft het museum door dat een tentoonstelling anno nu er simpelweg heel gelikt uit moet zien: elk mens is een visueel dier.
Ik hoop van ganser harte dat het Amsterdam Museum besluit ‘Amsterdam DNA’ op te nemen in haar vaste tentoonstelling. Want dit is zoals een museale expositie in de 21ste eeuw eruit moet zien.