Daarmee maak je vrienden…
Op het moment ben ik betrokken bij een stel projecten waar het de uitdaging is ‘vrienden’ te vinden, een netwerk op te zetten en zo te zorgen voor zowel draagvlak als inkomsten. Helemaal toevallig is dat natuurlijk niet, want netwerken bouwen, mensen laten participeren en nadenken over betere verdienmodellen is wat ik (graag) doe. En het laat zich raden dat dit onderwerp momenteel bij veel culturele instellingen speelt nu ze minder afhankelijk moeten worden van subsidies en tegelijk meer maatschappelijk draagvlak dienen te verwerven. Kan dat samen gaan?
Of we het nu hebben over crowdfunding, lidmaatschap, mecenaat of community, de gedachte is dat er mensen zijn die op vrijwillige basis een bijdrage leveren aan jouw organisatie of project -in geld, kennis of adere steunbetuigingen- op basis van betrokkenheid, hart voor de zaak, angst voor verlies van wat ze dierbaar is, omdat ze het (geld, tijd) kunnen missen en/of er voordeel bij hebben. Zijn er nog andere motieven? En hoe kunnen we dergelijke verenigingen, clubs en lidmaatschappen innoveren, eigentijds maken? Welke rol spelen vrijwilligers daarin?
Op 29 maart organiseert Kom Je Ook voor de 11e keer een symposium en dit keer gaat het over dit onderwerp. Stichting E30 -de organisatie diesinds september 2011 o.a. Erfgoed 2.0 en ErfgoedNieuws mogelijk maakt- is partner van Kom Je Ook. Daarom krijgen lezers en ‘leden’ van Erfgoed 2.0 een korting van 15% op de entreeprijs bij het invoeren van de code ‘erfgoed20’. In combinatie met een “early bird korting” betaal je dan ca. 84 euro (ex BTW).
En natuurlijk vraag ik me dan af of dat wel iets is waar de leden van Erfgoed 2.0 op inspringen. In hoeverre voelen de lezers van het weblog, volgers op twitter of leden van de LinkedIn groep zich meer dan ‘slechts’ onderdeel van een (virtuele) community? Is Erfgoed 2.0 eigenlijk een community? En zo ja, hoe zouden we die community uit kunnen bouwen tot een club? Althans, voor wie dat wil. Wat moet zo’n club dan bieden en wat mag het kosten? Waarmee maken we vrienden en waarmee blijven we vrienden? Om hier dieper op in te gaan, leid ik een workshop tijdens de 11e Kom Je Ook onder de titel ‘tussen community en club‘.
Oneindig Noord-Holland
Sinds kort ben ik (part-time) betrokken bij Oneindig Noord-Holland en ook daar speelt de vraag of mensen er lid van zouden moeten kunnen worden, of er een vriendenvereniging zou moeten zijn, een Oneindige Club als het ware en wat dit dan te bieden heeft voor de leden. Waar staat het (toekomstige) merk Oneindig Noord-Holland voor? Wat biedt het, behalve verhalen, aan voordeel of waardevolle info of beleving? De gelijknamige website wordt intussen goed bezocht, uit de reacties blijkt dat er veel affiniteit met en betrokkenheid bij de onderwerpen is en er is vraag naar meer. En niet alleen van bezoekers van de website, of degenen die met een verhaal extra waarde toevoegen, maar ook van bedrijven, lokale organisaties en overheden. Als we daar een aantrekkelijk model aan kunnen koppelen, kan Oneindig Noord-Holland min of meer financieel onafhankelijk worden. En tegelijk ook meer draagvlak hebben, nog meer betrokkenheid genereren. De vraag is dus hoe je deze beweging op gang krijgt en welke modellen zich daarvoor lenen.
Schatkamer Domplein II
Iets soortgelijks speelt bij Initiatief Domplein 2013, een prachtig project om de rijke en gelaagde historie die het Domplein in tweeduizend jaar gevormd heeft, toegankelijk en beleefbaar te maken voor publiek. Ook daar denk ik, namens Stichting E30, over mee. Om de ambities te financieren (o.a. ondergrondse Schatkamers waarin je de tijdlagen van zeer nabij kunt ervaren), maar ook om meer mensen bewust bij deze betekenisvolle historie te betrekken, is o.a. Mijn Domplein bedacht, waarbij je een stukje Domplein kunt ‘adopteren’. Deze Club van ondersteuners zou nog veel meer uitgebouwd mogen worden en dan is ook hier de vraag: wat voor meerwaarde kun je leden bieden, waarmee activeer je lidmaatschap?
Een vriendenclub ontstaat immers niet vanzelf, zoiets moet groeien en net als bij een tuin heb je niet een week na het planten van een zaadje al rijpe tomaten. Daarbij moet je eerst een manier vinden om contact te zoeken met je publiek, ze bij je organisatie zien te betrekken en dan kun je bouwen aan een onderlinge relatie. Hoe je dat doet vertelt Martin Barden in zijn workshop.
Bekende Verenigingen
Andere goeie en bekende voorbeelden van ‘clubs’ vind ik bijvoorbeeld Natuurmonumenten, Museumkaart, ANWB en natuurlijk tal van sport- en hobbyclubs. Maar ook bij Culture Label kan ik me een gelieerde club (meer dan allen geregistreerde gebruiker) voorstellen.
Ik steun Natuurmonumenten omdat ik het belangrijk vind wat natuurmonumenten doet; al ben ik het lang niet altijd met ze eens. Als tegenprestatie krijg ik een blad dat ik zelden echt lees en een pasje waarmee ik geoorloofd de gebieden die Natuurmonumenten beheert mag betreden. Anders deed ik het evengoed, maar nu loop ik er met een goed gevoel en kalm gemoed. Ik steun Natuurmonumenten dus vanuit een ideologie, ik vind het, ondanks een kritische houding, belangrijk wat ze doen.
De Museumkaart heb ik vooral uit overwegingen van de korting en het gemak die de kaart biedt; minder vanuit een idealisme dat gericht zou moeten zijn op (het blijven functioneren van) de musea. Misschien dat dit te maken heeft met een soort beroepsdeformatie, ik ben al voortdurend bezig met musea en erfgoed en bedenken hoe we dit kunnen beheren, behouden en betekenis (laten) geven. Er zullen heel wat mensen zijn die het gewoon belangrijk vinden dat er musea zijn, die zich daarbij betrokken voelen en daarom alleen al zo’n kaart willen hebben.
Ook het ANWB lidmaatschap is gericht op voordeel, de afweging dat het erg duur kan worden om geen lid te zijn. Dat werkt dus op het niveau waarop ook verzekeringen opereren. Dus zal het voor de ANWB een logische stap geweest zijn om tevens (reis)verzekeringen te gaan aanbieden. Zou, vanuit die optiek, de Museumkaart een soort cultuurpolis kunnen aanbieden, waarmee je kunst en cultuur, ook bij jezelf thuis, kunt verzekeren tegen verlies, beschadiging of ontwaarding? Of zou je met je museumjaarkaart korting moeten krijgen bij de kunstuitleen en bij museumwebshops? Gebeurt dat al? Is het te organiseren?Typeringen of functionaliteiten van het ene soort lidmaatschap laten zich echter niet zomaar naar een ander lidmaatschap of verenigingsverband kopiëren. Elke vereniging, club of voordeelkaart heeft blijkbaar een eigen dynamiek die past bij de soort diensten en bij de identiteit van een organisatie.
Brand Strategy en Sociale Marketing
Bij genoemde drie organisaties is o.a. de Brand Strategy van belang: hoe treedt de organisatie als merk naar buiten, welk gevoel en welke waarden vertegenwoordigt het merk, hoe verbindt het merk zich met de gebruikers? Naast Brand Stategy is Sociale Marketing een manier van werken om de organisatie in de harten van de gebruikers te krijgen. Philip Kotler en Eduardo Roberto introduceeerden het onderwerp in het boek Social Marketing als volgt: “Een campagne voor sociale verandering is een georganiseerde inspanning door een groep (de change agent) die probeert anderen (de target adopters) over te halen tot het accepteren, aanpassen of loslaten van bepaalde ideeën, attitudes, praktijken of gedrag.” (bron: Wikipedia)
Het boek heeft niet voor niets de subtitel ‘Influencing Behaviors for Good’ en bij een eerdere editie ‘Improving the quality of life‘. Door beide zaken vanuit het wezen van de organisatie te verenigen en betekenis te geven, wordt aan de ‘volgers’ van de organisatie de kans geboden zich op grond van gedeelde waarden aan deze organisatie te verbinden. Dat gaat dus verder dan een eenmalige donatie of een account aanmaken bij een website omdat je anders niets kan bestellen. In beide gevallen maak je waarschijnlijk deel uit van een database, maar dat is nog geen community.
Op het vlak van Sociale Marketing (of Transformationele Marketing zoals het vanaf 2005 ook genoemd wordt) hebben erfgoed organisaties vanuit hun doelstelling eigenlijk al een voorsprong. Ze vertegenwoordigen doorgaans een (hoger) maatschappelijk belang, doen dat vanuit een intrinsieke motivatie die aantrekkelijk kan zijn voor een volggroep om bij aan te haken. Vraag is dus: hoe zet je dat om in (betaald) lidmaatschap? Ik zou zeggen: kom de 29e ook naar het symposium en denk mee in de workshop ‘tussen community en club‘.