De (on)handelbare Collectie Frankrijk
We zijn bekend met het vraagstuk: weten we als musea eigenlijk wel welke objecten we allemaal in huis hebben? Een veelbesproken onderwerp waar we langzaamaan durven toe te geven: nee, dat weten we niet.
Maar we zijn niet het enige land met een onhandelbare collectie. Dit blijkt namelijk ook het geval in Frankrijk, een land dat bekend staat om haar strenge wetten rond cultureel erfgoed. Zo is sinds 2002 is vastgesteld dat de collecties van de “Musées de France” onvervreembaar, onaantastbaar en vrijgesteld zijn van inbeslagneming. Eenmaal aangewezen kunnen objecten alleen onder “uitzonderlijke omstandigheden” het ‘openbare domein’ van de “Musées de France” verlaten.
Uit een grootschalig onderzoek onder 1218 Franse musea blijkt nu echter dat 80% van de musea niet op de hoogte is van de gehele inhoud van eigen collecties die het hart vormen van hun missie, en dat er alleen beschikking is over incomplete informatie. Daarnaast bleek uit het onderzoek ook dat bij veel instellingen te spreken is van aanzienlijke veiligheidsproblemen. Gevonden wordt dat de Franse musea onvoldoende de regels nakomen zoals die zijn opgezet voor de “Musées de France”.
Het onderzoek heeft acht maanden geduurd en brengt enkele opvallende feiten met zich mee. Zo bekritiseerd het onderzoek onder andere het bekende Musée de Louvre omdat het Klassieke sculpturen in een ondergronds depot bewaard, waardoor deze bij een noodsituatie (het overvloeien van de Seine) niet binnen 72 uur geëvacueerd zouden kunnen worden. Het onderzoek wijst ook op gevallen van diefstal door onvoldoende veiligheidsmaatregelen.
Daarnaast worden bij meerdere instellingen kwesties omtrent de herkomst van objecten benoemd. Het gaat om objecten die voort zijn gekomen uit plunderingen gedurende de Tweede Wereldoorlog. De oorzaak van de onvolledige catalogisatie zou daarbij liggen aan de ontoereikende middelen en andere kwesties.
Al eerder is Frankrijk bekritiseerd op de service die geboden is voor de teruggave van de objecten. Het onderzoekscomité benoemd opnieuw de morele plicht om verder te onderzoeken naar eventuele roofkunst en pleit voor het ‘zeven’ van alle openbare collecties, iets dat Frankrijk tot nu toe altijd heeft geweigerd te doen, ondanks de aanbevelingen van de Conferentie van Washington (1998).
Daarnaast wordt in het onderzoek de vinger op de bekende zere plek gelegd: veel van de musea hebben een groot gebrek aan middelen om collecties goed onder ogen te krijgen. Bij veel Franse musea ontbreekt daarbij ook nog een geautomatiseerde database. En met de huidige bezuinigingen lijkt het er ook niet beter op te worden.
Het huidige onderzoek gaat door tot het einde dit jaar (2014) en zal ook de discussie aangaan over de collecties die voor onbepaalde tijd worden beheerd terwijl de collectie hoogstwaarschijnlijk nooit gezien zal worden voor het publiek.