#dish09 – copyright…
De eerste aflevering van de tweejaarlijkse DISH conferentie leverde vooral heel veel inspiratie en stof om te overdenken. Bijvoorbeeld over stagnatie die optreedt bij het toegankelijk maken van gedigitaliseerd materiaal, waarover verder in deze post een prille gedachte.
Het was niet zo dat je voortdurend van je stoel geblazen werd door geheel nieuwe inzichten, er werd geen speelgoedwinkel met nieuwe tools en technieken geopend. Dat kan ook niet, zeker nu niet. We hebben de afgelopen jaren met sociale media en de mobiele revolutie heel veel nieuwe mogelijkheden gekregen. Bovendien zijn we (mede daardoor) steeds beter op de hoogte, worden we voortdurend geupdate en lijkt het erop dat de afstand tot ontwikkelingen in de VS en de UK inmiddels heel klein geworden is.
Wat me vooral opviel was dat de nuancering van veel gezichtspunten aan de orde kwam. Leggen we echt de focus bij de gebruiker? Wat doen we nu precies met de commentaren waar we om vragen? Welke applicaties zijn echt bruikbaar gebleken en waarom? En we passen de strategie en de informatiestromen aan, waardoor het lijkt alsof we een evolutie hebben meegemaakt van een besloten naar een open museum. Maar wat betekent dat nu werkelijk voor de positie en rol van de musea? Als we negen blokken hebben om een business model te bouwen, gebruiken we ze dan echt in de juiste volgorde om bruggehn te bouwen, of maken we er nieuwe muren mee?
Ik kreeg de indruk dat in alle keynotes die nuancering gezocht werd. En dat de stof tot nadenken nog wel een tijdje in de lucht zal hangen.
Er is intussen veel gedigitaliseerd en ontsloten. Ik wil de nuancering maken dat ontsluiten (en beschikbaar stellen) nog niet het zelfde is als toegankelijk maken. Het toegankelijk maken wordt intussen in toenemende mate gefrustreerd door enerzijds de budgetten die teruggeschroefd worden en anderzijds door issues met copyright. Hoe hebben we dat ooit kunnen bedenken, copyright? Er komen organisaties als Pictoright, die zeggen de belangen te behartigen van beeldmakers. Welke belangen zijn dat? Als het gaat om cultureel erfgoed, is dat een onderwerp dat ons allen aangaat en we zijn er allen bij gebaat dat dit cultureel erfgoed op laagdrempelige wijze toegankelijk is. Wat Pictoright doet, druist in tegen de openheid, het delen en samenwerken waar web 2.0 voor staat. Remixen, co-creatie, syndicatie, RSS, wat kun je ermee als je eerst alle rechten en licenties dient te regelen? Creative Commons is een wassen neus, als slechts een stel web 2.0 evangelisten ermee willen werken.
Gaat nu de digitalisering stagneren? Dat hoeft niet. Vanmorgen in de trein naar de 2e dag van de DISH conferentie dacht ik dat een omvangrijke regeling als bij de veiling van BKR-kunstwerken door de overheid (die in 2007 werd ingezet vanuit het ICN) een model kon zijn voor de copyright kwestie. Je geeft namens alle erfgoedinstellingen aan dat er een regeling gaat komen, die in één keer voor al het gedigitaliseerde beeld geldt. Als rechthebbende kun je dan binnen een maand na bekendmaking aangeven wat je wilt doen me je recht: geen toestemming verlenen, creative commons licentie, of volledig toestemming verlenen. Wat na een maand niet geregeld (geclaimd) is, zal beschouwd worden als volledige toestemming.
Maar dan komen natuurlijk organisaties als Pictoright op de proppen, om namens alle ‘beeldrechthebbenden’ alles te claimen.
Nu de nuancering. natuurlijk snap ik heus wel waar Pictoright voor bedoeld is. Als ik een foto op Flickr zet, om met mijn vrienden en (potentiële) kennissen te delen en een commercieel bedrijf (reclamebureau) gaat daar heel veel geld mee verdienen, dan kan ik me gebruikt voelen en tekort gedaan. Dan is het fijn als daar iets voor geregeld is. Tenzij ik besluit dat me dat niets kan schelen, dat ik de eer belangrijk genoeg vind. Ben ik een professioneel fotograaf, wordt dat lastiger. Maar dan moet ik mijn spullen ook beter beschermen en dat kan bijvoorbeeld via Pictoright.
So far so good. En dan komen we toch weer bij de erfgoedinstellingen, ons aller maatschappelijk belang (en dat van onze nazaten). Zou het dan een idee zijn als de overheid (ministerie van OCW) een deel van het budget voor de digitalisering gebruikt (bijvoorbeeld van het deel dat nu gekort dreigt te worden) om een soort fonds te maken. Van daaruit kunnen dan regelingen getroffen worden met rechthebbenden en hun belangenbehartigers. En met de rest van het budget kan dan zonder verdere stagnering in versneld tempo toegankelijk gemaakt worden.
Nog een beetje een ruwe gedachte, dus ik hoor graag suggesties om dit beter uit te werken. Het zou volgens mij enorm helpen als we dit in een groot gebaar, vanuit een overkoepelende aanpak, snel zouden kunnen regelen. dat is al een kostenbesparing op zichzelf.