Games & erfgoed: wie, wat, waar in gameland?
Stel, je wil als erfgoedinstelling in Nederland aan de slag met het toepassen van games en game technologie voor tentoonstellingen. Waar en hoe begin je? Hoe zit de Nederlandse game industrie er uit? Hoeveel bedrijven en organisaties zijn er actief, en waar houden die bedrijven zich mee bezig? Welke partijen ontwikkelen games voor musea en erfgoedinstellingen? Welke competenties en disciplines hebben deze bedrijven in huis? Hoe ziet een ontwikkelproces er doorgaans uit en wat kost het om een game te ontwikkelen?
Jan Pieter van Seventer gaf een presentatie over ‘wie, wat, waar, in gameland’. Van Seventer is strategisch directeur bij Dutch Game Garden (DGG), aanjager van de Nederlandse gamesindustrie, met een bedrijfsverzamelpand op de Neude. De stichting stimuleert bedrijvigheid door kennisinstellingen, ondernemers en financiers aan elkaar te koppelen.
Het mooiste voorbeeld van serious games is voor Van Seventer nog steeds het verkeerspark in Assen. ‘Rondrijdend in trapauto’s leerde ik spelenderwijs (een aantal) verkeersregels. En alles wat ik van de Romeinen weet, heb ik van Asterix geleerd.’ Voor Van Seventer is het een feit: indirect en onbewust leren werkt het beste. Wel is het belangrijk te onthouden dat serious games altijd een toevoeging zijn. Ze vervangen geen boeken, maar zijn een extra leermiddel.
Van Seventer en Dutch Game Garden zijn niet de enigen in ons land die het nut van (serious) games inzien. Nederland heeft in de afgelopen jaren een explosieve groei gekend van het aantal gameopleidingen en -bedrijven. We lopen zelfs voorop op dit gebied. En als het om games en erfgoed gaat, zijn er genoeg voorbeelden. Van Seventer noemt er een paar: Tijdtripper en de verloren schatten van Utrecht (van MonkeyBizniz voor Utrechts Archief); Wat is erfgoed? (IJsfontein); Orde van Gis (RANJ); Hof van Dordrecht (Paladin); Lost in Time (Tempeest); iWhisper (Monobanda).
Games ontwikkelen blijft helaas vooralsnog behoorlijk prijzig. Hoe ingewikkelder, hoe duurder. Een minigame op een website met gebruik van flash kan al vanaf 8000 euro gemaakt worden, maar de kosten kunnen ook oplopen tot 30.000 euro. Voor een kleine 2D-game leg je tussen 20.000 en 60.000 euro neer. En zo verder. Ondanks deze sombere mededeling kwamen er genoeg vragen uit de zaal van vertegenwoordigers van erfgoedinstellingen die graag gebruik willen maken van applied games.
Zo wil het Limburgse Museum van de Vrouw een game ontwikkelen dat met een bewegingsconcept werkt (‘zoals de Wii’) om bezoekers oude ambachten te laten ervaren/spelen. Een andere bezoeker vraagt zich af er ook games worden ontwikkeld worden voor 80-jarigen. ‘Ja’, zegt Van Seventer. ‘Dat zijn games met een simpele interface. De laagdrempeligheid van de touch interface helpt hierbij.’ Hij krijgt bijval van vertegenwoordiger van DelftTech. Dit bedrijf ontwikkelde een game over Doetichem voor het gebombardeerd werd in de Tweede Wereldoorlog. ‘De game viel erg in de smaak bij ouderen’. ‘Zijn er meer platforms zoals Lost in Time?’, vraagt iemand. Gamebedrijven proberen die te ontwikkelen, is het antwoord van Van Seventer. In de zaal wordt de Museumapp genoemd, en Storytelling.
‘Is het leuk om gebruikers een game te laten afmaken?’, vraagt een bezoeker. ‘Jazeker, en er zijn voorbeelden genoeg. Onder andere Minecraft en Little Big Planet zijn populaire games waarbij de speler veel zelf bouwt/maakt. Hier hangt wel een prijskaartje aan’, waarschuwt Van Seventer. En zijn er ook bedrijven die zich richten op het ontwerpen van analoge spellen? Van Seventer: ‘Bordspellen worden nog steeds ontwikkeld, veel met een cross-over naar een digitale wereld. Een combinatie van digitaal en analoog is populair.’
Wat is eigenlijk de houdbaarheid van een game? Hoe snel moet je doorontwikkelen? ‘Dat hangt helemaal af van wat voor game je maakt. Het is wel belangrijk om als opdrachtgever te benoemen dat een game een paar jaar mee moe geen. En dus ook moet werken op de iPad 6, tegen de tijd dat die er is’, aldus Van Seventer.
En welke verdienmodellen werken nu eigenlijk? ‘Twee jaar geleden werden apps verkocht. Nu is het eerste deel gratis en moet je de rest kopen. Het voordeel van de app store is dat je hele kleine uitgaven van mensen vraagt. 80 cent-drempel is laag.’
Een kritische bezoeker vindt de genoemde voorbeelden van serious games vrij traditioneel: een gamebedrijf ontwikkelt een game in opdracht van een instelling. Zijn er geen verdienmodellen waarbij bedrijven games ontwikkelen en vervolgens aanbieden? ‘Het kan, maar het is lastig, want dan moeten bedrijven daar een potje voor hebben’, stelt Van Santen. ‘En dat hebben ze niet per se. Bovendien heeft de afnemer van de game minder in de melk te brokkelen. Je koopt immers een bepaald format en kunt niet alles precies toespitsen op de eigen organisatie. In Azië gebeurt dit overigens wel al vrij veel.
Zit de gamingindustrie eigenlijk wel op ons (erfgoedinstellingen) te wachten, vraagt een vertegenwoordiger van zo’n instelling zich af. Het antwoord van Van Seventer is duidelijk: er zijn juist steeds meer bedrijven die zich specialiseren in applied gaming. Dus kom maar op met die opdrachten!
Nader kennis maken met Dutch Game Garden? Kom op 3 oktober naar de maandelijkse netwerklunch van DGG. Van 12.00 tot 14.00 uur, Neude 5. Van tevoren aanmelden via de website.