Inventarisatie situatie culturele instellingen met subsidiestop
Op 20 januari verscheen een ‘beknopte inventarisatie van de stand van zaken bij culturele instellingen waarvan de meerjarige subsidie per 1 januari 2009 is beëindigd’ als kamerstuk vanuit OCW. De inventarisatie zelf is (nog?) niet downloadbaar, maar de bijlage wel.
Hieruit blijkt onder andere dat van de 78 cultuurinstellingen (hieronder wordt in de bijlage voornamelijk theater, muziek en amateurkunst verstaan) er slechts 1 heeft weten door te kunnen gaan op ‘commerciele basis’. Van 22 instellingen is nu (januari 2011) onbekend wat hun organisatievorm is en hoe zij gefinancierd worden. Een iets grotere groep heeft het op kunnen lossen met andere subsidieleveranciers, waarbij vooral het Fonds voor Podiumkunsten, het Fonds Cultuurparticipatie en het Prins Bernhard Cultuurfonds een belangrijke rol hebben gespeeld. Schokkend is toch wel dat van de 78 organisaties er maar liefst 25 zijn gestopt met bestaan.
Gezien de toekomstige situatie in de erfgoedsector (in dit geval verwijs ik vooral naar musea en archieven) is het voor ons belangrijk te kijken naar die ene partij het heeft ‘overleefd’ en op eigen kracht wist door te gaan. Het verbaast mij niet dat dit uitgerekend het tijdschrift Skrien met een nieuw verdienmodel betreft. Ten eerste omdat een tijdschrift snel toe te passen verdienmogelijkheden kan inzetten (denk aan het adverteren), maar ten tweede ook omdat dit het type model is dat ik bij musea en archieven als goed bruikbare verdienvorm zie. Wanneer wij onze organisatie weten te beschouwen als een tijdschrift, en dat is met onze digitale activiteiten van tegenwoordig niet moeilijk, dan kunnen we hier absoluut ons voordeel mee behalen. Skrien zelf ziet in hun financiele omslag ook vooral het voordeel: “Skrien is volledig onafhankelijk en daardoor volkomen vrij in haar berichtgeving over de filmwereld“, zoals zij op de homepage van haar website aankondigt.
Wat Skrien onder andere heeft gedaan om deze doorstart mogelijk te maken is het onderbrengen van het blad bij een extra/andere uitgeverij, het richten op een meer specifieke doelgroep (ook al kan dit een iets lager oplage ten gevolge hebben), een grotere focus leggen op adverteerders en samenwerkingen met andere organisaties beter benutten. Ik denk dat we hierin een goed voorbeeld vinden voor onze eigen activiteiten. Kijk voor meer informatie over Skrien op Wikipedia en in het afwijzend subsidieadvies van de Raad voor Cultuur.