kennisdelen #2: de drijvende kracht achter ‘online social collaboration’
In het eerste artikel van een kleine reeks over het symposium “een nieuwe Homo Musealis” plaatste ik de presentatie waarmee ik het spits afbeet. Daarna volgden een aantal interessante presentaties met voorbeelden van die kennisdeling. De meeste daarvan zijn verzameld door het Nationaal Glasmuseum om ze te publiceren via dit weblog. Met dank aan allen die hun presentatie ter beschikking hebben gesteld en daarmee nog eens het goede voorbeeld gaven.
Een vraag die tijdens het symposium centraal stond, was waarom mensen (nu wel) aan online kennisdeling gaan doen. Het lijkt soms wel of iedereen dat doet, maar in de praktijk stuit het toch nog wel eens op bezwaren en gebeurt het gewoon niet. Bij toeval kwam ik vanavond een blogpost tegen op CMS Wire van Oscar Berg (@oscarberg), dat een antwoord probeert te geven op die vraag. Hij beschrijft de uitdagingen waar kenniswerkers (25 tot 50% van het totaal aan werk) voor gesteld staan: “For many of these knowledge workers, collaborative and complex problem solving is the essence of their work. At the same time their work environments are changing and becoming more and more complex […] Much of the improvements made during recent years have relied on the use of information technologies as a means to speed up processes and reduce costs by automating — preferably eliminating — the manual work involved in transformational and transactional processes […] Now we suddenly need to do the opposite; attracting and empowering talented people to reinvent enterprises and make them adapt and thrive in an increasingly competitive and changing environment. That is quite a dramatic change.” Vervolgens geeft hij aan voor welke opgave kenniswerkers gesteld staan.
Vervolgens geeft hij aan dat (sociale) nabijheid, wat in grotere organisaties logischerwijs slechts plaatselijk te vinden is, een belangrijke voorwaarde is voor intensieve kennisuitwisseling. Dus is het nodig om structurele gaten te dichten en mensen in een organisatie te helpen om relaies op te bouwen tussen groepen; het versterken van zwakke banden. Dat maakt de weg vrij voor (beter) hergebruik, innovatie, besluitvorming, suboptimalisatie en terugdringen van overbodig werk. Er is dus een direct verband met kenniswerken en kennisdelen, wanneer voorgenoemde zaken verbeterd kunnen worden. En hier kunnen sociale media het verschil maken. Bijvoorbeeld door die nabijheid te bevorderen, de korte lijnen, de informele ‘wandelgangen’, door hergebruik makkelijker te maken.
Hieronder voeg ik de presentaties toe van het Glasmuseum en van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. De eerste presentatie is van Saskia Waterman van het Glasmuseum. Zij vertelde over de wijze waarop het Glasmuseum in alle opzichten transparant is. Zowel qua presentatie, als bij het verwerven, verwerken en uitwisselen van kennis. Aardig detail is wellicht dat beide projecten in 2005 van start zijn gegaan; verder zijn ze niet te vergelijken. Of misschien toch voor wat betreft de drijvende kracht achter online samenwerken, vooral waar daar het woordje ‘sociaal’ aan is toegevoegd.
De presentatie van Dafne Jansen gaat over Partner, een strategisch programma van de Universiteitsbibliotheek Utrecht, dat in nauwe samenwerking met tal van faculteiten, IVLOS en directie ICT in 2005 van start is gegaan. Interessant gegeven hierbij is dat er op basis van Sharepoint (Microsoft) gewerkt wordt; na het symposium had ik daarover nog getwitterd met Dafne Jansen. Ik dacht namelijk dat Sharepoint iets van een vervlogen tijd was, maar volgens Dafne werkt juist sharepoint erg goed onder de (soms behoudende/terughoudende) kenniswerkers bij de UU. Daar kan ik me ook wel weer wat bij voorstellen. Een afgebakende intranetomgeving, die kan aansluiten bij de waarschijnlijk al eerder gebruikte microsoft oplossingen. Maar ik heb me al in geen jaren meer met sharepoint beziggehouden en ben zelf benieuwd naar (positieve en negatieve) ervaringen daarmee.
De laatste gaat over Partner, een strategisch programma van de Universiteitsbibliotheek Utrecht, dat in nauwe samenwerking met tal van faculteiten, IVLOS en directie ICT in 2005 van start is gegaan. Interessant gegeven hierbij is dat er op basis van Sharepoint (Microsoft) gewerkt wordt; na het symposium had ik daarover nog getwitterd met Dafne Jansen die de presentatie hield. Ik dacht namelijk dat Sharepoint iets van een vervlogen tijd was, maar volgens Dafne werkt juist sharepoint erg goed onder de (soms behoudende/terughoudende) kenniswerkers bij de UU. Daar kan ik me ook wel weer wat bij voorstellen. Een afgebakende intranetomgeving, die kan aansluiten bij de waarschijnlijk al eerder gebruikte microsoft oplossingen. Ook begrijpelijk als de directie ICT bij de samenwerking betrokken is (wat ook zo moet zijn natuurlijk); sharepoint is een typische ICT oplossing. Ik heb me al in geen jaren meer met sharepoint beziggehouden en ben dus benieuwd naar recente (positieve en negatieve) ervaringen daarmee. Is sharepoint juist van deze tijd? Welke alternatieven zijn er?
In de volgende blogpost over dit onderwerp de presentaties van Codart (een internationaal netwerk voor conservators van kunst van de Lage Landen), Wikidelft (de historische Wikipedia voor Delft en omstreken) en kunstenares Maaike Roozenburg, die op een heel bijzondere en ook praktisch toepasbare manier kennis over oude objecten verzameld en hergebruikt.