Niet de content, maar het individu staat centraal
Op 4 november 2010 organiseerde Ziggo het jaarlijkse Ziggo Congres. Dit jaar stond het congres in het teken van de ‘Open samenleving‘. Die moet het mogelijk maken ‘dat burgers zich in vrijheid kunnen informeren en een mening kunnen vormen over onderwerpen die ze belangrijk vinden.’ Mede door internet is er meer informatie dan ooit beschikbaar, maar is het zo dat ieder voor zich kan bepalen wat hij of zij te zien krijgt? En wie zou dat anders bepalen en op grond waarvan? Op het Ziggo Congres stonden daarom drie vragen centraal:
- Heeft iedereen in gelijke mate toegang tot de informatie?
- In hoeverre is de beschikbare informatie ongefilterd en pluriform?
- Hoe veilig is men tijdens het verkennen van informatie?
Op Emerce is een verslag van het congres te lezen, waarbij wordt ingegaan op de noodzaak voor uitgevers om tot andere verdienmodellen te komen. Een van de sprekers op het Ziggo-congres, Gert-Jan Smits (oprichter van Jungle Minds) noemde o.a. de verschuiving naar het personal web als belangrijke ontwikkeling. “Browsing is geschiedenis. Alle informatie verzamelt zich rond de gebruiker. Tegenwoordig worden vrienden als filter gebruikt.” Hij meent dat uitgevers op het web kansen laten liggen. “Het is een slag die uitgevers moeten maken. Niet de content, maar het individu staat centraal.”
Ook in de erfgoedsector wordt nog vaak uitgegaan van enerzijds de unieke content (de collectie en kennis daarover) en anderzijds de bezoekers als grote, nagenoeg homogene (doel)groep. Het individu centraal stellen houdt onder meer in dat de organisatie erop toegerust zou moeten zijn één-op-één contacten aan te gaan en te onderhouden met bezoekers, geïnteresseerden, stakeholders. En die individuele bezoeker serieus nemen, bevragen. En dan niet alleen als organisatie, maar als mens (binnen die organisatie) en als mede-gebruiker, mede-geïnteresseerde. Een sociaal medium als twitter leent zich daarvoor, maar de vraag is dan wie dat gaat doen en wat er gebeurt als er heel veel mensen zo’n één-op-één contact willen; dat is nogal een tijdsinvestering. En wat ziet de organisatie voor die investering terug?
Bij uitgevers ligt het misschien net iets anders dan bij erfgoedinstellingen, maar de verdienmodellen zijn bij beide type organisatie onderhevig aan digitalisering en de andere, recente ontwikkelingen op het web. Gert-Jan Smits vindt dat een nieuw verdiemodel eruit bestaat dat uitgevers content moeten (blijven) produceren, maar dan vanuit de gedachte deze op individuele basis te verspreiden. De traditionele rol van de uitgever is volgens hem die van een filter. Krantuitgevers bepalen immers welke artikelen in de krant komen, een uitgever van boeken bepaalt welke boeken op de markt komen en zo ook bij televisieproducenten met tv-content. Maar op het gebied van nieuwe media pakken de uitgevers de filterrol nog niet goed op, dat snappen ze niet. Iedereen wordt gek van de grote berg aan informatie. Internet, of ook uitgevers en erfgoedinstellingen, zou de gebruiker beter moeten helpen te negeren en selecteren. Er is immers schaarste aan aandacht. Zolang een betrouwbare expert als een uitgever de filterrol niet op zich neemt en Google het ook niet doet, ga je te raden bij je vrienden, of een applicatie als Flipboard.”
Facebook zal volgens Gert-Jan Smits de ultieme omgeving zijn waar veel gebruikers hun informatie vandaan halen. “Je hebt contact met je vrienden, nieuws en andere applicaties op één plek. Dat is een logische omgeving voor een filter”, aldus Smits.
Hoe kan een erfgoedinstelling filters bieden? Of zijn het de gebruikers zelf die filters hanteren en is het zorg voor de instellingen om bij de filters doorgelaten te worden? En wat levert dat dan op? Betrokkkenheid, loyaliteit? Uit die zich in bereidheid om items in de collectie te beschrijven en te taggen en zo context toe te voegen, die voor andere bezoekers interessant is en zo de betekenis van de instelling vergroot? Of in bezoek aan de instelling, al dan niet op themabijeenkomsten, interesse in producten van de museumwinkel of de museumwebwinkel?