Open Museum #picnic08 (1)
Met de studenten van de minor e-Cultuur, module Digital Story Telling, zijn we aanwezig op de picnic08. Met dank aan Juha van N8 zijn we aan toegangskaarten gekomen voor Open Museum, een ‘one-day symposium focusing on the idea of an ‘open museum’‘. Het symposium is bedoeld om te kijken hoe musea kunnen leren van (nieuwe) media en hoe media kunnen leren van musea.
De sprekers zijn o.a. Seb Chan (Head of Digital Services and Research bij het Powerhouse Museum), Fiona Romeo (Maritime Museum) en Paul Keller (iCommons).
Het symposium wordt geopend door Juha van ‘t Zelfde, die de eerste spreker introduceert: Michiel van Iersel, cultureel adviseur LAgroup en auteur bij MuseumLab. Hij vertelt over de historie van musea, van de ontstaansreden tot het beleid van openstelling. Van het British Museum tot het Louvre, om zo te komen tot o.a. André Malraux, Frans schrijver en politicus. “Tijdens zijn mandaat als minister van cultuur, werden kunst en cultuur een staatszaak. Zijn politiek bestond erin de cultuur zoveel mogelijk naar de mensen te brengen, met onder andere de uitbouw van een net van “maisons de la jeunesse”. Anderzijds steunde hij ook prestige-projecten die de Franse cultuur in het buitenland meer aanzien moesten geven. (bron: wikipedia).
Centre Pompidou is ook zo’n voorbeeld van politieke wil om de samenleving te betrekken bij kunst en cultuur. Dit is volgens Michiel een nogal gestuurde manier om publiek bij cultuur te betrekken. Daar tegenover staan initiatieven die er juist op zijn gericht om buiten de strikte gegevens van musea kunst te delen met het publiek in de straat, in etalages. Of zoals het Rijskmuseum vetegenwoordigd is op Schiphol. Andersom gebeurt ook, commercials binnen musea (de Hema binnen Rijksmuseum).
Het vervolg van dergelijke initiatieven is om publiek (en artiesten) nog meer te laten interveniëren in het beeld, beleid en functioneren van musea, met reusachtige grafitti op de gevel en tentoonstellingen met tassen die ter plekke gekocht kunnen worden.
Daarna geeft hij voorbeelden van museum-tijdschriften (bijvoorbeeld Oog), museum-radiozenders en aanwezigheid van musea op Second Life (Staatliche Kunstsammlungen Dresden). En natuurlijk ontbreken tot slot het Brooklyn Museum (Click!) en het United States Holocaust Memorial Museum (google earth) niet.
In het kader van transparantie zijn er voor musea steeds meer media en manieren om ‘opener’ te worden. De vraag rijst wel of transparantie en openheid per se bijdragen aan betrokkenheid. Het doet er in ieder geval geen afbreuk aan. Michiel van Iersel stelt terecht de vraag of het museum of musea media kunnen worden en andersom. Kunnen de media het museum helpen offline te gaan?