Oud en (op)nieuw, herbestemmen en vooruitzien
We hebben het hier vaak over nieuwe media en hoe je die toepast bij cultureel erfgoed. Eigenlijk hebben we het dan net zo vaak over innovatie, over kleine tot grote (functie) veranderingen, waar steevast mensen al dan niet vakmatig bij betrokken zijn. Dus gaat dit weblog over mensen, collega’s, vakgenoten. Bijvoorbeeld in een organisatie (wie doet wat als het om sociale media gaat, welke strategie wordt gevolgd, hoe past het bij de visie en missie), bij werkprocessen (research, crowdsourcing, user generated content, de onderlinge afstemming), communicatie (van zenden naar luisteren, community management, etc. etc.).
Het gaat dus over werken in het cultureel erfgoed en hoe dit verandert, hoe het slimmer kan maar ook menselijker. Hoe je analoog kunt (en moet) denken over digitale aangelegenheden. Net zo goed gaat het over ondernemerschap, over tentoonstellen en hoe het (nog) mooier kan en vooral hoe dit alles past binnen de zich ontwikkelende samenleving. Het gaat over excentriek denken, niet jouw website of online collectie of app of tentoonstelling in het middelpunt van je aandacht plaatsen hoe uitzonderlijk ook, maar de plek waar mensen gesprekken voeren en kennis uitwisselen opzoeken en je afvragen hoe je daar een waardevolle bijdrage aan kunt leveren; wellicht met een tikje excentriciteit. Dat mag natuurlijk. En dan gaat het opnieuw over mensen.
Want binnen en vooral ook buiten de erfgoedinstellingen vinden intussen grote maatschappelijke veranderingen plaats, die een effect hebben op de positie en impact van cultureel erfgoed, op het draagvlak ervoor, de financiering ook, de betrokkenheid van bewoners, bezoekers, bedrijven en wetenschappelijke instituten.
Of het nu gaat om ‘Het Nieuwe Werken’, of ‘Creatieve Stad’, Mobiliteit, Gebiedsontwikkeling, Bezuinigingsmaatregelen, of Topsector Creatieve Industrie, in al hun verscheidenheid hebben deze onderwerpen gemeen dat duurzaam iets willen betekenen en dat er desondanks bij tijd en wijle radicaal nieuwe zienswijzen gevraagd worden. In veel gevallen zijn die echter minder radicaal dan men vreest en gaat het eerder om ‘herbestemmen’ van bestaande visies door recombinatie of simpelweg een andere context. Dan schuilt het radicale er vooral in dat de introductie vaak gevolgd wordt door weerstand en onbegrip en bange vermoedens. Maar ook met veel, heel veel publicaties en dan is het de ‘massa’ die de consensus doet kantelen.
Tot zover mijn bespiegelingen. Nu een voorbeeld van herbestemmen uit de praktijk. Loes Janssen, eigenaar van Erf-goed advies plaatste een een aankondiging binnen de LinkedIn groep Erfgoed en ondernemerschap. De aankondiging representeert een advies van De Nieuwbouw, een netwerk van een nieuwe generatie professionals in de bouw- en vastgoedsector, aan (inmiddels demissionair) minister Spies om de bouwsector sterk te maken met aandacht voor historie: ‘Ondernemen en bouwen met historische identiteit!’ In het advies is onder meer te lezen: “Duurzaam omgaan met onze schaarse ruimte betekent niet alleen dat we kijken naar de functies in de toekomst, maar ook kijken naar de functies uit het verleden en die ‘bij de buren’ aanwezig zijn. […] Dit heeft twee consequenties voor toekomstig bouwen:
a) We inventariseren (bijvoorbeeld via BIG Data: de data-explosie die plaats vindt op het internet) de behoeften op de grotere schaal: wat zijn de wensen en eisen nu en in de toekomst om te voldoen aan het wenselijke welzijns- en comfortniveau; welke motivatie hebben we voor het aanbrengen van nieuwe functies; en in welke mate voldoet het huidige ‘gebieds-, infra- en gebouwbestand’ om te voldoen aan deze functies. Op basis van deze gegevens zullen we een quotum leggen op het aantal benodigde gebouwen. Is dit quotum bereikt dan mag er alleen gebouwd worden als er sloop tegenover staat: 1 gebouw bouwen betekent 1 gebouw slopen.
b) Ontwikkelen begint op deze manier niet meer met bouwen, maar met slopen of hergebruiken van dat wat er al aanwezig is. Dat vraagt aandacht voor de techniek en materialen waarmee gebouwd wordt. Ook in die zin zijn we verantwoordelijk voor wat we achterlaten. Nieuwbouw moet daarom voldoen aan eisen op het gebied van duurzaamheid (cradle to cradle) en levensloopbestendigheid. Hergebruik dient te gebeuren met behoud van de historische identiteit. Zowel van gebouwen als gebieden. Dit biedt houvast en zingeving in een veranderende tijd.”
Interessant aan een LinkedIn groep is dat er op zo’n bericht / discussiepunt vaak reacties komen. Ik wilde er maar eens een paar citeren en dat doe ik min of meer in het format dat LinkedIn biedt:
Ilia Neudecker, Advisor, Creative Industries, zegt: “Dit soort visies zijn precies waar we vanuit de Topsector Creatieve Industrie op zitten te wachten!”
Marjolein Van Den Dries, Conservator Archeologisch Museum Haarlem / Freelance archeoloog voor communicatie en voorlichting, zegt: “Mooi rapport en ik sluit me aan bij de link die er zeker is! Mijn ervaring als archeoloog is dat er van beide werelden zeker interesse is om samen te werken maar dat elkaars ‘taal’ spreken vaak lastig is. En elkaar weten te vinden. Ik ken voorbeelden genoeg waarbij archeologie bijvoorbeeld als inspiratiebron heeft gediend bij nieuwbouwprojecten. En wat is er nu zinvoller dan een stukje historie (n.a.v. archeologisch onderzoek zoals een opgraving) terug te kunnen geven aan de toekomstige bewoners en gebruikers van de ruimte.”
Zelf zeg ik dan: “In het rapport ‘De waarde van cultuur in cijfers’ door Gerard Marlet en Joost Poort in samenwerking met SEO Economisch Onderzoek (Atlas voor gemeenten, Utrecht, 2011) zijn zoveel mogelijk maatschappelijke waarden van kunst en cultuur becijferd. “De maatschappelijke waarde van de culturele sectoren is hoger dan de maatschappelijke kosten. Cultuur voegt jaarlijks meer toe aan de welvaart dan de belastingbetaler erin stopt.” De maatschappelijk waarde ligt op het vlak van gebruikswaarde, bestaanswaarde (belang dat mensen hechten aan kunstcollecties en ander cultureel erfgoed), de economische waarde (via export en toerisme), de sociale waarde (positieve effecten van kunst en cultuur op gezondheid, onderwijs, bedrijvigheid -dus indirect ook bedrijfslocaties-, leefbaarheid en veiligheid) en de optiewaarde, d.w.z. anticiperen op positieve effecten van kunst en cultuur op bijvoorbeeld huizenprijzen.
Het betekent in dit kader dat er een duidelijke correlatie is tussen historische identiteit c.q. cultureel erfgoed en bouwen; dat dit elkaar kan versterken. Interessant is ook de masterscriptie van Leonie Wijsman over herbestemming, stedelijke vernieuwing en gentrification: http://www.scribd.com/doc/72779385/L-Wijsman-Herbestemming-en-Gentrification“
Loes Janssen antwoordt: “@Theo, ik ken de Atlas voor gemeenten editie 2011, leuk dat je die link nog een keer legt.
Dank ook voor de link naar de scriptie, lijkt me interessant! […] het is helaas nog altijd lastig om mensen ervan te overtuigen dat investeren in (cultuur)historie niet alleen bijdraagt aan de wetenschappelijke discussie, maar zeker ook een meerwaarde heeft voor de maatschappij en niet in de laatste plaats een economische meerwaarde. Harde getallen zijn er weinig, maar het lijkt me goed om deze wel te verzamelen als extra argument, zoals je al noemt. “
Het is een wat onbeholpen manier om een LinkedIn discussie weer te geven. Toch leek de discussie me interessant genoeg om rechtstreeks over te zetten; in de hoop dat iemand met suggesties komt voor een betere transcriptie. Ik denk niettemin dat deze discussie de eerder genoemde veranderingen aardig illustreert, zeker waar het gaat om herbestemmen en vooruitzien. Heeft iemand nog meer, of betere, ideeën en voorbeelden?