Verdienmodellen als prototypes?
Op Idealize, een weblog dat ik liefst bovenop houd in m’n virtuele krantenbak, las ik vanmorgen een interessant bericht over de verdienmodellen van startups anno 2010, nu bedrijven als Layar en Flipboard miljoenen aan investeringen ophalen, zonder garantie van een houdbaar verdienmodel op korte termijn. “Als dit model niet lukt, proberen we gewoon een ander.” Het ziet ernaar uit dat het nu direct geld verdienen minder relevant gevonden wordt dan het op de lange termijn onmisbaar worden; op basis waarvan dan een verdienmodel kan uitkristalliseren.
Dat klinkt mij een beetje als de wijze waarop veel erfgoedinstellingen opgezet worden. Er is bijvoorbeeld een verzameling die leidt tot een serieuze collectie, er is een thema, een beroemde persoon, een gebouw, een politiek besluit en dan wordt een organisatie opgezet. Als dat eenmaal loopt, er is volop belangstelling of er wordt door gezaghebbende personen onmisbare waarde toegekend aan de organisatie, dan komt vervolgens de vraag hoe dit met behulp van o.a. een valide verdienmodel in stand gehouden kan worden.
In het artikel wordt naast Flipboard (interessant voor erfgoedinstellingen die een iPad in huis willen halen) ook Layar aangehaald. Raimo van der Klein, die begin 2009 samen met Maarten Lens-FitzGerald en Claire Boonstra Layar oprichtte, doet een aantal opmerkelijke uitspraken. Nu geld verdienen met Layar zou volgens hem contraproductief werken. “Het kan wel, maar dan zakt het hele platform in elkaar. In eerste instantie wilden we geld verdienen door zelf Layers te maken, maar dan hadden we nooit zo snel zo’n schaalgrootte kunnen bereiken. Een te vroeg ontwikkeld businessmodel in een nieuwe markt remt de ontwikkeling alleen maar. Daarnaast zorgt het ervoor dat je eindigt in een nichemarkt waar niet de grote waarde wordt gecreëerd.”
Van der Klein hoopt vooral dat de ontwikkelaars uiteindelijk niet meer zonder Layar kunnen. “Als het ons niet lukt om op één van deze manieren geld te verdienen, maar we kunnen wel voor grote groepen gebruikers en ontwikkelaars relevant blijven, dan is er niets aan de hand. Dan gaan we gewoon andere modellen uitproberen. Zolang er een markt van publishers en gebruikers is, blijven wij in de lucht.”
Past deze benaderingswijze bij de erfgoedsector, waar relevantie en onmisbaarheid opgeld doen? Vraag is dan of er voldoende business-wijsheid en innovatief vermogen bij de instellingen zit om tot zulke verdienmodellen te komen. Ik denk van wel, in ieder geval bij een deel van de instellingen. Dus als we binnen de sector ervaringen en best-practices kunnen en willen delen, kunnen we vol vertrouwen de toekomst tegemoet zien; komt tijd komt geld.