vorm en inhoud (en richting)
“Wheel outside Belfast City Hall“
Originally uploaded by Pamela B
Toen ik vandaag op twitter door @annedien (twitternaam van Annedien Hoen) geattendeerd werd op een “erg goed artikel van @tanjadebie op Naarvoren.nl (wat voor soort designer ben jij?)”, nam ik daar direct even een kijkje, aangezien ik @annedien beschouw als een betrouwbare gids. Zo werkt twitter, het is soms net vissen: ‘n excuus om gedurig naar de horizon te turen en dit lang volhouden omdat je verwacht iets te vangen. En dan opeens…
Ik las een facinerende blogpost die mij uit het hart gegrepen was. Maar meer nog: ik bedacht tot mijn schaamte dat we op Erfgoed 2.0 nog zelden aandacht hebben besteed aan (interaction) design en usability/user interface. Ik maakte me dus schuldig aan een verwijt dat ik anderen destijds wel heb gegeven: design beschouwen als sluitpost, als franje voor het eigenlijke werk. Terwijl in een goed design eigenlijk alle belangrijke elementen samenkomen en ontsloten worden, als spaken in een wiel.
Tanja de Bie schrijft in haar artikel over de interesses en vaardigheden die zij in haar werk als designer verenigt: “Alle aandachtsgebieden die ik gaandeweg heb opgepikt, linken aan een basisinteresse voor internet. ‘Basisinteresse’ is trouwens een understatement, want ik ben iemand met een bovengemiddelde interesse voor Internet. Niet voor de banaliteiten ervan, maar voor de rol die internet in onze levens heeft geclaimd. Hoe Google ons externe geheugen is geworden, hoe we dagelijks ‘Hyven’, ‘Linkedinnen’ en ‘Facebooken’ en internet zelfs portable in onze broekzak meenemen voor onderweg.”
crossmediale aanpak
Indertijd (1999/2000) werd ik, uit economische overwegingen, webdesigner bij een bureau in Hilversum. Onbedoeld met de nadruk op design waar ik vooral kennis van html/css had en ook aardig met flash overweg kon. Hoewel ik daar na een paar maanden projectmanager werd, bleef ik actief met design en reorganiseerde ik later (bij gebrek aan projecten) de vormgeving, die her en der in huis, maar vooral ook extern (duur en tijdrovend) werd uitbesteed.
Het bedrijf ging failliet maar ik werd bij de doorstart van het bedrijf (als interactieve afdeling van Ivo Niehe Producties) teruggevraagd als art director. Ik vond dat ik dat niet was. De manager die mij wilde hebben vond van wel en enthousiasmeerde mij met de ‘wortel’ dat wij als nieuwe afdeling een half jaar de tijd hadden om ons te bewijzen. Dat soort uitdagingen spreken mij wel aan. Onder voorwaarde dat ik dan ook conceptontwikkeling mocht doen, heb ik de uitdaging aangenomen en werd ik officieel Hoofd Vormgeving (vreemde benaming eigenlijk, alsof ik koppen modelleerde).
Ik moest toen snel en veel leren over het maken van televisie, over bewerking van bewegend beeld met After Effects, over Final Cut Pro en Avid montage, maar ook over print (tijdschriften, brochures, huisstijl ontwikkeling). En tegelijk ook over branding, marketing, tv-formats, sponsoring, magazines, etc. Kortom: crossmedia.
wees bemoeizuchtig
Begrijpelijkerwijs was ik van mening dat de vormgeving een veel centraler plaats moest innemen in het hele proces van idee tot realisatie (product / uitzending), zeker als iedereen zich er toch al mee wil bemoeien. Want dat gebeurt, zoals Tanja de Bie ook in haar artikel beschrijft. Helaas kreeg ik het niet gedaan dat vormgeving die centrale rol kreeg en was vormgeving daarentegen meestal de sluitpost, ook in de planning. Met als gevolg dat de designers altijd tot ‘s avonds laat aanwezig waren om alsnog deadlines te halen (net als de jongens van de techniek overigens). Maar mijn team was wel het gepassioneerde hart van de hele interactieve afdeling (vonden wij), waar anderen noest werkten of zwoegden, stuiterden wij, kregen we de ene inval na de andere, sloegen we graag ongekende paden in en bedachten en-passant vele nieuwe toepassingen. En wij bemoeiden ons graag met alle anderen.
integrale aanpak voor de erfgoedspecialist
Inmiddels hou ik mij niet meer actief bezig met vormgeving, omdat ik me gespecialiseerd heb in de ideeën achter de concepten, het verbinden en laten rondgaan van de spaken in het wiel; voorzover dat een specialisatie te noemen is. Iemand maakte destijds de opmerking dat hij mij niet echt een uitgesproken vormgever vond. Ik antwoordde: “dat klopt, ik ben een inhoudgever en uitgesproken ben ik nog lang niet.”
Ik ben van mening dat inhoud en vorm twee samenwerkende dimensies in het vormgeven zijn en het wordt “3D” wanneer de designer kan meedenken met de bedoeling van het concept, het idee achter het product. De bedoeling is dan de factor die richting geeft aan vorm en inhoud. Dat vraagt veel commitment van een vormgever, een brede interesse en meer dan oppervlakkige kennis van aanverwante zaken als marketing of copywriting of techniek, of educatie. En eigenlijk mag je zo’n instelling van de meeste mensen in een team verwachten. Wat mij betreft is dat de toekomst voor de erfgoedspecialist: wees als een wiel met spaken en beschouw de as als je passie, dat waar je supergoed in bent, specialisme zo je wilt. Ook de erfgoedsector is gebaat bij een integrale aanpak, waarin educatoren, conservatoren, marketeers, tentoonstellingmakers, collectiebeheerders, suppoosten, ict-coördinatoren, etc. etc. én vormgevers werken aan een integraal beleid.
beeld en tekst
Op ChangeThis was in 2006 een manifest te vinden van Derek Powazek, die betoogt dat designers vooral ook copy moeten maken. In een oudere blogpost (op het weblog van mijn bureau voor ideeontwikkeling COMMiDEA) bespreek ik dat manifest in het kort.
Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen met en meningen over vormgeving c.q. usability c.q. invloed van vormgeving / design op het gedrag van gebruikers / bezoekers