Zintuigen van iedereen
De komende tijd nemen studenten aan de Reinwardt Academie in het kader van de minor Publiek & Media voor Erfgoed 2.0 uiteenlopende onderwerpen onder de loep…
Door Dewi Broerse
Objecten in vitrines tentoonstellen en informatie tonen via tekstbordjes, daar komen musea anno 21e eeuw niet meer mee weg. Hier en daar wordt er genoegen mee genomen, omdat de collectie op zich al geweldig is. (Het Rijksmuseum hoeft niet veel toe te voegen aan de Nachtwacht). Maar wij hoeven hier geen genoegen mee nemen. Alles kan namelijk altijd beter en we zouden daar ook altijd naar moeten streven. Er zijn veel mensen die nooit musea bezoeken. Dit hoeft ook niet, elk mens heeft zijn eigen interessegebied, maar we mogen er wel naar streven. Op die manier kunnen musea zichzelf forceren constant in beweging te blijven en met de maatschappij mee te veranderen. Wij veranderen, en we willen meedoen.
Van kijken naar voelen
Steeds meer musea spelen hier op in met nieuwe (vaak participatieve) initiatieven. Niet alleen voor de doorsnee burger, maar ook voor minder grote groepen van onze bevolking. De grootste veranderingen liggen daarbij in de overdrachtsmiddelen en -methoden. Een goed voorbeeld hiervan is het speciale programma Van Gogh op gevoel in het Van Gogh Museum. Dit programma heb ik op 29 mei 2015 zelf mogen meemaken in het kader van mijn studie Cultureel Erfgoed.
Het programma is bedoeld voor blinden en slechtzienden, waarbij zij onder begeleiding van een getrainde rondleider door het museum gaan. Een aantal werken worden uitgebreid omschreven en besproken, van geheel tot details. Vervolgens krijgt de groep een workshop, waarbij zij van alles mogen ‘voelen’. Dit zijn geheel nieuwe middelen om informatie en belevenis in een museum over te brengen.
Alternatieve zintuiglijke prikkels
Van Gogh Museum heeft een aantal 3D geprinte Van Goghs in bezit. Het zijn compleet realistische weergaven van het echte werk; niet alleen op het oog, maar ook op gevoel. Alle textuur is in de verf, de lijst en zelfs het canvas nog te voelen. Daarnaast hebben zij van verschillende werken een aantal “voelplaten” gemaakt: de lijnen en oppervlakten van een schilderij zijn hierop met verschillende materialen vormgegeven. Hiermee wordt vooral de indeling van het beeld duidelijk. Er is zelfs een 3D versie van De Slaapkamer (1888) gecreëerd.
Deze voelplaten kwam ik als studente Cultureel Erfgoed al eerder tegen op een studiereis naar Brussel; daar ontvingen we 21 mei 2015 in het Magritte Museum een presentatie van Marie-Suzanne Gilleman (senior educator) over de verschillende “programma’s op maat” voor mensen met beperkingen. Hun Equinox programma richt zich ook op slechtzienden en blinden, waarbij ook platen met allerlei materialen worden ingezet. Daarnaast bieden zij een gebarentaal programma voor de slechthorenden en doven en verschillende programma’s voor immigranten of mensen met fysieke/mentale beperkingen. Bij een groot deel van deze programma’s wordt gefocust op (meerdere of andere) zintuigen. Toegang tot alle zintuigen is niet vanzelfsprekend, maar regelmatig het uitgangspunt. De focus op één zintuig is misschien wel veel waardevoller. Ik ben van mening dat de intensiteit en kwaliteit van een museumbezoek altijd belangrijker moet zijn dan de kwantiteit, voor iedereen.
Dus waarom niet voor iedereen?
Het uitgangspunt van deze alternatieve overdrachtsmiddelen is in eerste instantie om musea toegankelijker te maken voor minderheden. Dit hoeft echter niet te betekenen dat het niet voor het gros van de bezoekers een geweldige, vernieuwende ervaring kan bieden. Als regelmatig museumbezoeker heb ik veel gelezen en gezien – af en toe iets echt beleefd – en ben ik van mening dat we nog zoveel verder kunnen gaan. Bij het meemaken van het Van Gogh op Gevoel programma zag ik zoveel plezier bij medestudenten, en merkte ik een andere manier van kijken (door juist niet te kijken!). Deze intense stimulering van (andere) zintuigen zou niet alleen gedaan moeten worden voor mensen die niet anders kunnen. Het zou een verrijking zijn van het museumbezoek voor ieder mens.