De wet van het behoud van cultuur
Op school leerde ik dat energie altijd behouden blijft. Wie niet? De vorm waarin de energie zich manifesteert kan weliswaar verschillen, maar als zodanig ging energie nooit verloren. Er dient zich een analogie aan met cultureel erfgoed. Met een beetje goede wil dan.
Wat nu geproduceerd wordt en een functie in ons (dagelijks of onalledaags) leven krijgt, kan op den duur behoren tot ons erfgoed. En als we het niet bewaren, kunnen de resten of sporen daarvan op den duur alsnog een verhaal vertellen. En als ook dat er niet is, kan het bijbehorende verhaal behoren tot ons erfgoed. Zelfs het duidelijk ontbreken van fysieke sporen kan een indicatie zijn van iets dat daar normaliter geweest had kunnen zijn. Ik laat mijn geest de vrije loop, maar vertel niets nieuws. Het is ook maar een opmaat naar iets wat ik tegenkwam op internet. Daarover straks.
Ook minder tijdgebonden voorwerpen, zoals de verzameling typemachines van WF Hermans die recent werd toegekend/verkocht aan boekhandel Limerick in Gent en waarover recent kamervragen werden gesteld, kennen een min of meer zwervend bestaan waarin ze zich telkens weer maar anders manifesteren. De eerste manifestatie (primaire context) is dan, na hun ontwerp, na het ontstaan in een fabriek/productieproces, na verkoop, het daadwerkelijke gebruik als schrijfmachine. Dan is het echter nog niet per definitie cultureel erfgoed. Er volgt een omzwerving waarin de typemachines bij de verzamelaar komen, die er met passie een particuliere context aan geeft. Vervolgens neemt een andere verzamelaar het over en voegt het toe aan een museale collectie; in dit geval het Scryption Museum. Nadat dit museum ter ziele ging, ging het terug naar de fraters en aangezien niemand interesse toonde, dreigde de verzameling verloren te gaan.
Maar Stichting Onterfd Goed bood aan zich erover te ontfermen en verhuisde de hele collectie van Scryption, waaronder onderhavige verzameling, naar Den Bosch in de Gruyterfabriek. Weer een andere, gelaagde context.
Op het moment dat er een prijsvraag uitgeloofd werd en er (eindelijk) weer aandacht voor de verzameling kwam, werd deze onderwerp van publieke en politieke opinie. En nu keert de verzameling terug naar de primaire context, met weer een betekenislaag en een publieksfunctie erbij. Boekhandel Limerick is zeker en vast geen definitief eindpunt. voor de eeuwigheid. En het verhaal wordt zo steeds boeiender.
Ik maakte deel uit van de jury die hierover de beslissing nam, nadat eerst het publiek een mening had mogen geven. En toen ontstond er politieke verontwaardiging, mede ingegeven door de teleurstelling en ergernis van de verliezende partij uit Groningen.
In zo’n geval wordt geroepen om een wet die het behoud van dergelijk cultureel erfgoed eens en voor al regelt. De wijze waarop daar nu meestal over gedacht wordt, is evenwel eerder een fixatie (voor altijd behouden zoals en waar het was) dan een visie. En dan laten we de typemachines die eerder al door WF Hermans zelf afgestoten werden nog buiten beschouwing. Die zijn destijds elders ondergebracht en/of mogelijk ook voorgoed verloren geraakt.
En dan nu de afterbeat van de opmaat.
The Gallery of Lost Art is een online/virtuele tentoonstelling die de verhalen vertelt van de kunstwerken die inmiddels zijn verdwenen. Ze zijn vernield, gestolen, weggegooid, afgewezen, gewist, efemeer – een aantal van de belangrijkste kunstwerken van de laatste 100 jaar is simpelweg verloren en kan dus niet meer worden gezien.
Op het (recent vernieuwde) Collectiewijzer blog plaatste ik in 2010 een artikel over de instandhouding van tijdgebonden kunst. Daar noemde ik o.a. Anna Bates. Zij was in een LinkedIn groep een discussie gestart over ‘The Conservation of Durational/ Ephemeral Art.’ Ze stelde allereerst vast dat ‘een conservator/restaurator kunstwerken beschermt, behoudt en restaureert. Vervolgens gaf ze aan geïnteresseerd te zijn in kunst die bedoeld is, meteen of na verloop van tijd, te vervallen, vervagen of verdwijnen. Kunstwerken die niet bedoeld zijn te blijven. Wat is dan de rol van de conservator vroeg ze zich af?
The Gallery of Lost Art verkent de soms bijzondere en soms banale toedracht bij het verlies van belangrijke kunstwerken. Archiefbeelden, films, interviews, blogs en essays, met betrekking tot het verlies van de werken van meer dan 40 kunstenaars in de twintigste eeuw, waaronder figuren als Marcel Duchamp, Joan Miró, Willem de Kooning, Rachel Whiteread en Tracey Emin, worden voor bezoekers bijeengebracht om te verkennen.
The Galery of Lost Art, ontworpen door ISO, is samengesteld door Tate en geproduceerd in samenwerking met Channel 4; dit met extra steun van de Arts and Humanities Research Council (AHRC).
Jennifer Mundy, conservator van The Gallery of Lost Art, zegt dat kunstgeschiedenis de neiging heeft de geschiedenis te vertellen aan de hand van dat wat overleeft. Verlies daarentegen vormt ons gevoel omtrent de geschiedenis van kunst op een manier waar we ons vaak niet bewust van zijn. Musea vertellen volgens haar normaal gesproken de verhalen aan de hand van de objecten die ze in de collectie hebben. Deze tentoonstelling focust echter op belangrijke werken die niet gezien kunnen worden.
Het project zelf zal ‘verloren’ raken, wanneer de site in juli vernietigd wordt. Weliswaar met achterlating van een spoor van digitale fragmenten. The Gallery of Lost Art zal dan voortleven als zowel een iBook als een fysiek boek. Dat is alweer een aardig voorbeeld van de wet van het behoud van cultuur.
En wat is dan belangrijker, de digitalisering die de virtuele tentoonstelling mogelijk maakt en misschien ook kan laten voortbestaan, of de herinnering eraan, in de geruststellende wetenschap dat cultureel erfgoed toch altijd behouden blijft, in één of andere vorm?