Symposium een nieuwe Homo Musealis over kennisdelen

Het Nationaal Glasmuseum, de RKD en Premsela (Dutch Platform for Design and Fashion) organiseren op woensdag 9 maart 2011 een symposium over online collaborative research onder de intrigerende titel ‘een nieuwe Homo Musealis‘. “De collecties van erfgoedinstellingen worden steeds vaker gepresenteerd in digitale omgevingen. Maar is het nu ook mogelijk het onderzoek transparant maken?”

Tijdens het formuleren en realiseren van de ‘2e episode’ van Collectiewijzer hadden we (toenmalig ICN en Erfgoed 2.0) te maken met dezelfde vraag. Er wordt veel onderzoek gedaan naar collecties op gebied van o.a. collectiemanagement, mobiliteit, conservering en restauratie. Maar hoe zorg je ervoor dat de onderzoekers openlijk en direct hun onderzoeksresultaten delen? Je kunt je afvragen waarom dat nodig is, met wie ze dat zouden moeten delen en in hoeverre ze daar zelf beter van worden. Dat is een vraag die eindeloos opnieuw gesteld kan worden, zonder daadwerkelijke oplossing te bieden. Dat wordt dan duwen en trekken en mondt vaak uit in georganiseerde weerstand. Gegeven is echter dat een groot gedeelte van de samenleving dwars door de gebruikelijke verstandhoudingen heen samen wil werken aan onderzoek, kennis en inzichten wil toevoegen en dat alles liefst online. Klinkt mooi toch? Te mooi? Negeer het maar eens, dan moet je je toch werl een beetje afzonderen van de rest van de samenleving.

De organisatie van een nieuwe Homo Musealis verwoordt het als volgt: “Hoe kunnen erfgoedinstellingen het kunsthistorische onderzoekers (zowel universitaire wetenschappers als liefhebbers en verzamelaars) zo aantrekkelijk mogelijk maken om hun kennis en voortschrijdende inzichten online en openbaar te delen met elkaar en met geïnteresseerden? Hoe kan hun werk van de openbaarheid profiteren? Wat zijn de voordelen van deze transparantie?”

Aangezien ik daar, naast Dafne Jansen (Virtuele Kenniscentra van de Universiteit van Utrecht), Marianne Fokkens (Naturalis), Saskia Waterman (Glasmuseum) en Maaike Roozenburg (vormgever), zelf een van de sprekers zal zijn, ben ik me daar (opnieuw) een mening over aan het vormen. Waarom willen we eigenlijk zoiets als online samenwerking, onderzoek en kennisdeling? Ondanks vele successen mislukt het vaak faliekant en zo blijft er weerstand bestaan. Dus wat bepaalt de kans van slagen? Op welke wijze kun je onderzoekers deelgenoot maken van een overkoepelend idee, hoe maak je dat idee aanstekelijk en kun je het proces van kennisdelen vervolgens vergemakkelijken? Met andere woorden: is het toch mogelijk om de gouden eieren met ‘iedereen’ te delen en desondanks niet met lege doppen achter te blijven?

En wat doen we zelf? In het Erfgoed 2.0 netwerk wordt niet alleen feitelijke kennis over erfgoed en nieuwe media gedeeld, maar ook de bijkomende praktijkervaring. Zo wordt inzichtelijk waar erfgoedinstellingen (en de professionals die er werken) tegenaan lopen bij het plannen en implementeren van nieuwe media toepasingen en neemt de kennis over de gehele linie toe. Het model van Erfgoed 2.0 is inmiddels toegepast bij Collectiewijzer en bij het BMICE netwerk.

Bevordert dit model het ‘kenniswerken’, of werkt het vooral innovatie en transitie in de hand? Op dat laatste gaan we ons met Erfgoed 2.0 zich steeds meer toeleggen. Toegankelijk maken van kennis betekent niet meteen het delen van kennis en dat dit delen door eenieder op gelijke wijze gebeurt. Kunnen we stellen dat wetenschappers die nu niet aan kennisdeling willen bijdragen, straks gewoon niet meer meetellen? Of is de weerstand gerechtvaardigd en zou samenwerken aan online kennis gewoon veel aantrekkelijker moeten zijn? Dan is er misschien behoefte aan herziene verdienmodellen en aan andere waardering.
Ik ben erg benieuwd wat jij er van vindt.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.