Valentijn of valkenjacht; immaterieel erfgoed?
Vandaag is het weer zover: Valentijnsdag. Volgens velen een in het leven geroepen feestdag om de economie te spekken en de commercie tevreden te houden. Voor anderen die ene dag in het jaar dat ze dan eindelijk eens een bloemetje van partner-lief ontvangen en voor menigeen een dag met een traan; ‘waarom heb ik die liefdesverklaring nou niet gehad…‘
Valentijn is, zoals veel feestdagen, overgenomen vanuit de States. Daar had men al snel door dat het lucratief was om het thema van de dag te verschuiven van ‘anonieme liefde’ naar ‘liefde’. In de jaren ’90 zijn ook wij verslingerd geraakt aan de opbrengsten die valentijsdag met zich meebrengt. Volgens Wikipedia valt Valentijnsdag samen met de feestdag van twee christelijke martelaren met de naam Valentinus. De gewoonten van Valentijnsdag hebben echter niets van doen met het leven van deze twee. “Over Sint-Valentijn is geen enkel biografisch gegeven bekend. In de achttiende eeuw werd geopperd dat het Valentijnsfeest op 14 februari is gesteld om de oude Lupercalia, een Romeins (en wellicht nog ouder) vruchtbaarheidsfeest te vervangen.
Lupercalia werd op 15 februari gevierd ter ere van Juno, de Romeinse beschermgodin van de vrouw en het huwelijk, en Pan, de god van de natuur. Voor de Romeinen was dit destijds een belangrijk feest. Het feest werd hoogstwaarschijnlijk gevierd in de buurt van de grotten waar Romulus en Remus, de stichters van Rome, waren opgevoed door wolven. Volgens dit verhaal werden de namen van ongehuwde jonge vrouwen in een grote kom gegooid. Ongehuwde mannen mochten dan om de beurt een naam trekken. Tijdens het feest waren de twee jonge mensen die aan elkaar gekoppeld werden elkaars partner. Toen in Europa het Christendom opkwam, werd dit heidense feest door de kerk verboden. In 496 veranderde paus Gelasius het Lupercalia-feest van 15 februari in St.-Valentijnsdag van 14 februari.”
Andere verhalen vinden meer aanlsuiting bij het thema van de dag, zo kwam volgens één van de heiligenverhalen “een jong stelletje naar Valentijn toe met het verzoek om hen te trouwen, echter de man was een heidense soldaat en de vrouw was Christelijk. Valentijn trouwde het koppel want hij vond de liefde zwaarder wegen dan Romeinse wet die dit huwelijk niet toestond. Vanaf dat moment kwamen er meer paartjes met dit verzoek naar Valentijn en hij werd hiervoor gearresteerd. Valentijn werd voorgeleid voor Keizer Claudius II en hij probeerde zelfs de keizer te bekeren tot het Christendom. De Keizer voelde zich hierdoor zo beledigd dat hij Valentijn liet onthoofden op 14 februari (ergens rond het jaar 270 na Chr.). Voordat het vonnis werd uitgevoerd wist hij nog een briefje aan de dochter van de gevangenisbewaarder te geven waar op stond: ‘Van je Valentijn’.”
De dag zelf mag dan inmiddels vooral commercieel van aard zijn, op cultureel vlak zie toch ook wel wat veranderen. Inmiddels is de jeugd (brugklas-leeftijd) naarstig op zoek naar kadootjes, chocolaatjes en/of kaartjes voor familie en (school)vrienden om aan elkaar uit te delen op deze dag. Waar Valentijnsdag in mijn jeugd stond voor “is er dan helemaal niemand verliefd op mij?” heeft het vandaag de dag meer en meer het karakter van een sociaal groepsgebeuren gekregen. Het is een feestdag geworden over het delen met en het koesteren van je meest dierbare contacten.
Deze (cultureel) sociale verandering doet mij denken aan het immaterieel erfgoed, en of dit daar bij zou horen. Enkele maanden gelden hoorden we tijdens het NOS journaal de melding dat Nederland afziet van deelname aan de UNESCO immaterieel erfgoed lijst. Dat betekent dat onze heiligman niet vereeuwigd is via de wereldlijst.
Wellicht is dat ook geen ramp, want als je ziet wat wél vertegenwoordigd is via de lijst blijft er genoeg over om te koesteren voor de toekomst. Wat ik zelf wel een mooi voorbeeld vind, is de in 2010 geplaatste “Falconry, a living human heritage”. Een erfgoed dat namens maar liefst elf landen van belang is om te bewaren voor het nageslacht (United Arab Emirates, Belgium, Czech Republic, France, Republic of Korea, Mongolia, Morocco, Qatar, Saudi Arabia, Spain, Syrian Arab Republic).
“Falconry is the traditional activity of keeping and training falcons and other raptors to take quarry in its natural state. Originally a way of obtaining food, falconry is today identified with camaraderie and sharing rather than subsistence. Falconry is mainly found along migration flyways and corridors, and is practised by people of all ages, men and women, amateurs and professionals.” .. “While falconers come from different backgrounds, they share common values, traditions and practices such as the methods of training and caring for birds, the equipment used and the bonding between falconer and the bird, which are similar throughout the world. Falconry forms the basis of a wider cultural heritage, including traditional dress, food, songs, music, poetry and dance, all of which are sustained by the communities and clubs that practise it.”
Als Nederland ooit nog eens inziet dat het helemaal niet verkeerd is om mee te werken aan de totstandkoming van een Immaterieel Erfgoedlijst, kunnen we hier alvast bij aansluiten…